Uit de BouqHetreeks: Eiland van Beloften 

  

Zomer 2020.

Snel pak ik mijn roze Nikes onder de stoel vandaan en trek het randje van de sneakersok weer recht. De handgel, om mijn handen extra mee te ontsmetten, is goed bijgevuld; altijd lekker om zo’n sterke, desinfecterende geur te ruiken. Ook hier op het Ile de Beauté, Corsica; daar waar de maquis zo’n sterke kruidige geur achterlaat. Al vroeg was ik op pad bij de watervallen van de Tavignano om mijn dagelijkse ronde te maken, maar helaas klapte mijn enkel dubbel bij een minuscule verhoging van het pad. Die verzwikkingen zijn vaak zo subtiel dat ze, eenmaal gebeurd, een stekende pijn veroorzaken. Gelukkig was Jorge beschikbaar. Meestal kan ik rond elven even langs komen mits de reguliere afspraken afgehandeld zijn. Soms drinken we een muntthee, soms zijn we onstuimig of soms nemen we de sociale agenda door. Vandaag keek hij, dwars door zijn krullen heen, met een strenge blik richting mijn enkel. “Je bent ook geen 30 meer…dus doe eens even wat rustiger aan. Gelukkig heb je geen scheurtje in je enkelband, maar het is beter dat ik even wat sporttape aanbreng. Gelukkig heb ik mijn benen gisteren nog onthaard en voelen mijn benen superzacht aan.

 

Eerder.

Jorge ontmoet ik voor het eerst in een club in het midden van Corsica. Ik werk daar namelijk als trainee in een luxe hotel. Hij valt me direct al op door zijn typisch Mexicaanse uiterlijk waarbij zijn zware, donkere wimpers nog meer indruk maken. In de club waar we ’s avonds een drankje hebben, zijn we flink in gesprek over krullende wimpers. Elke keer als hij een sigaret op zijn wimpers legt, kijk ik vol ongeloof en maken we er veel grappen over. Met een klein clubje koersen we richting de dansvloer. Al bij de eerste beat slingert hij mij de dansvloer op en pakt de lead in de dans. Ik waan me als een superdanseres, maar vast dansen kan ik niet de hele avond...al was het maar dat ik het lekker vind om mijn vierkante meter te hebben. Ik geniet van zijn nat wordende haar, zijn stoere, geprononceerde mond, maar ook van zijn ferme Mexicaanse stijl van dansen. Zijn mouwen van zijn overhemd heeft hij opgerold en ik zie dat hij een kleine tatoeage van de Griekse halfgod Asclepius op zijn arm heeft. Zijn moeder is arts, zijn vader is arts en hij wil ook graag arts worden.

 

Hoe suf is het als een club sluit en je daarna met zijn allen buiten staat en niemand wat doet. Alsof de laatste ijsblokjes uit een ijsemmer worden gegooid en deze emmer teruggezet wordt in de buffetkast voor de volgende clubavond. Zo abrupt eindigt onze avond dus. De wijn die we gedronken hebben, is gemengd met onze danslust en vermengd met zweet. Du moment dat we buiten staan, zijn we allemaal uit onze bubbel. Het hele groepje, ook Jorge. Ook ik. Een “toedeloe” en “dag” is het. De universiteit, in het midden van Corte, rekent morgen weer op volle banken. En de specialisatie heeft een lastig onderwerp vertelde Jorge me, dus hij moet zeker aanwezig zijn. Eenmaal thuis, stap ik uit mijn kleren en prop deze als een bol in de wasmachine. Dan is dat alvast fris en hoef ik het alleen nog uit te hangen voordat ik naar het hotel ga.

 

’s Morgens sta ik al vroeg in het kaaswinkeltje bij mij op de hoek. De eigenaar van de winkel stopt me altijd nog een paar kleine beignets toe, zodat ik die al lopend uit het zakje, kan op eten. En als ik er net aan wil beginnen, komt er een zwerm aftershave aan gefietst, met daarop zwarte krullen en een stralende lach. In het voorbijgaan, wordt er nog even vanaf de fiets geschreeuwd dat “we om 13.00 uur bij de uni een broodje moeten eten als jij ook tijd hebt”. En.. weg is the man from Mexico...op weg naar een lezing. Thuis stop ik de kaas in de veel te kleine koelkast; daarvoor moet ik eerst de witte wijn herschikken. De laatste tijd heb ik veel bij het hotel meegegeten, mijn koelkast is overvol. Maar vanavond wil ik, zodra ik thuis ben, een canelloni met brocciu maken en een glas witte wijn drinken. Mijn was hang ik op wat kleerhangers te drogen; de waslijn is namelijk niet meer dan een meter breed. Maar het droogt uitstekend in de Corsicaanse zon.

 

“Nee prima! Ik kom er zo aan, pas de problème, tot zo!” hoor ik mezelf antwoorden. Het lijkt erop dat het reisgezelschap eerder aankomt en de vraag van zojuist is of ik wil meehelpen om het programma goed te laten aansluiten. Eerst meehelpen met de lunch. De chef heeft een prachtig lunchmenu opgesteld dat met dezelfde passie geserveerd moet worden. Snel doe ik mijn haren in een knot, deodorant op en ga ik richting het hotel. In de keuken staat de chef al klaar met een lepel om me te laten voorproeven van zijn lunchgerechten. Met een knipoog wenst hij me succes en kan de lunch beginnen. De gasten zijn verrukt van de smaken en geuren die voorgeschoteld worden en samen met de bijpassende wijnen wordt de lunch afgesloten met een prachtig dessert.

 

Zo is het opeens kwart over drie en kan ik een glas water bij de pass drinken. Dan kan ik ook voor het eerst denken aan ‘het broodje op de uni’ dat ik gemist heb. En dan kan ik mezelf wel voor mijn hoofd slaan dat ik gisteren in de club geen telefoonnummer heb gevraagd, dan had ik me even netjes kunnen verontschuldigen. Maar ik bedenk me ook dat het zo maar zou kunnen dat hij nog op de universiteit is, hoewel het al best aan de late kant is. De souschef heeft een scooter en die mag ik vast even lenen. De knot gaat omlaag, de helm er over heen en ik rijd voorzichtig door het ruige landschap richting de universiteit.

Hoewel een hele brei aan borden mij een beetje stuurloos maakt, kies ik het pad om bij de mensa uit te komen. Uit ervaring weet ik dat studenten ook graag na de les nog altijd graag bij elkaar hangen. De scooter parkeer ik tegen een boom. En inderdaad is daar bij het studentenrestaurant nog reuring en wordt er veel gelachen. En of ik geluk heb! De lach van Jorge komt mij tegemoet en kruist mijn blik. En “waar was je om 13.00 uur en was je het vergeten?” Snel slaat hij een arm om mijn schouder om me niet helemaal schuldig te voelen en dat voelt ontzettend fijn. “Als ik nu met je meega, jij op mijn fiets, ik op jouw scooter, dan kan je aan me hangen”, zegt hij. “Dan kunnen we nu een broodje eten, want studenten hebben altijd honger”.

 

Bij het hotel overhandigen we de scooter weer aan de souschef en besluiten we samen richting mijn appartement te lopen; de fiets aan de hand. Per slot van rekening heb ik aangegeven dat ik wel wil koken en dat mijn wijn de allerlekkerste van de stad is. “Broodjestijd is over, het serieuze eten dient zich aan”. We gaan naar binnen en ergens merk ik aan mezelf dat het goed voelt dat Jorge bij mij in huis is. Snel geef ik een rondleiding in mijn huis en pak ik twee glazen én de witte wijn. We spreken over alles, over zijn studie, familie en artsentoekomst en zijn liefde voor Corsica. Onze blikken raken elkaar vaak en we merken dat we elkaars gezelschap ontzettend op prijs stellen. Wat mij het meeste raakt zijn de lieve woorden over zijn moeder. Het wordt me duidelijk dat hij dol is op zijn moeder. Naarmate de bodem van de fles wijn in zicht komt, slaan de wimpers van Jorge steeds langzamer neer en worden ze met moeite weer over zijn blauwe ogen geduwd. We startten netjes op een stoel en een bank, maar Jorge heeft nu zijn laarzen uitgegooid en ligt gestrekt op de bank. Of ik lekker bij hem op de bank kom liggen, vraagt hij. Dat lijkt me op dat moment het aller heerlijkste wat me kan overkomen. Hij steelt een zoen, maar is binnen enkele tellen in dromenland. Hoewel ik ook even geslapen heb, ga ik van de bank af, gooi ik mijn kleren uit en stap ik in mijn koele bed.  Ik zie dat de donkere krullen van Jorge over de lange wimpers heen hangen. Het liefst had ik een zoen van hem gestolen, de perfecte man ligt in mijn appartement, maar die perfecte man slaapt. En ik laat hem lekker slapen, hij heeft zo’n intense glimlach, die moet je niet willen verstoren.

 

 

De dagen erna.

Ik sta ingeroosterd om het ontbijt in het restaurant te verzorgen, maar ik ben al iets te laat uit bed. De tijd om aandacht aan Jorge te schenken heb ik helaas niet; die ligt nog als een soort matador gestrekt op de bank. In zijn slaap heeft hij zelfs een glimlach. Fluisterend maak ik de belofte om snel bij hem terug te zijn. Maar uiteraard antwoordt hij niet, zijn ademhaling is regelmatig en zonder geluid. Lange tijd kan ik mij het niet vergeven dat ik geen klein briefje heb achtergelaten.

In het hotel zijn veel gasten die gebruik maken van de roomservice en ik heb het die morgen druk bij de chef met het uitvragen van de speciale aanpassingen. Met name de derde etage vraagt veel van mijn aandacht en concentratie. Wel is het altijd handig om de fooien te ontvangen, dus ik loop absoluut een stapje harder. Als ik thuis kom heeft Jorge mijn appartement verlaten; hij, daarentegen, heeft wel een briefje achtergelaten. “Tot snel x”, voorzien van een tekening van een knipoog en daarboven een echte sigaret.

 

De dagen die erna volgen, zijn dagen van ongemak en onrust. Jorge hoor of zie ik niet. Na het weekend informeer ik bij wat vriendinnen of ze Jorge hebben gezien, maar het blijft stil met de aanwijzingen. Redelijk radeloos fiets ik naar de universiteit om weer naar de mensa te gaan. Iemand moet toch weten waar hij is, desnoods de rector. En als ik dat punt van de rector bijna bereikt heb, komt een studiegenoot van hem op mij aflopen. Jorge heeft die zatermorgen een vlucht van Calvi naar Parijs genomen om daarna door te vliegen naar Mexico. Zijn moeder heeft een ernstig auto ongeval gehad en ze moet geopereerd worden. En daar wil hij graag bij zijn om haar te ondersteunen. “En”, zegt hij daarbij “over twee weken is het vakantie op de universiteit dus het duurt ook nog wel even voordat hij terug komt”. Dat is andere koek, dan ik verwachtte, maar ik ben wel een beetje beduusd van die boodschap.

 

De zomertijd in Corte is druk en het hotel is elke dag volledig bezet met gasten. Tijd om uit te gaan is er weinig; mijn afstudeeropdracht moet ook nog af. Maar als ik dan eens vrije tijd heb, pendel ik met vriendinnen tussen Corte en Calvi. Dan maken we wandelingen langs het strand en feesten en dansen we vaak tot ’s morgens vroeg. Aan Jorge denk ik totaal niet meer. Dat eigen hotel op Corsica zou toch verdraaid handig zijn, vinden we allen, maar eerst afstuderen.

 

 

Jaren later

Door de jaren heen, heb ik veel van mijn gasten persoonlijk leren kennen. Afgelopen zomer heb ik mijn eigen hotel van alle nieuwe gemakken voorzien en is er eindelijk een goede WIFI verbinding tot stand gebracht. Over een paar dagen vindt er een groot medisch congres plaats in Bastia, waarvan ik ook direct effect zie op mijn bezetting. Er is ook een aanvraag gedaan voor een bergwandeling. Ik kan niet direct zien hoe groot de groep is, maar de wandeling zal in het weekend moeten plaats vinden. Na afloop van een congres waaieren de artsen meestal over het eiland uit om er een vakantie aan vast te knopen. Ik kijk even in mijn agenda of ik dat weekend zelf beschikbaar ben. Het lijkt me weer eens leuk om zo’n internationaal gezelschap te ontvangen en ’s morgens in alle vroegte de hitte voor te zijn. En met een ‘yours sincerely’ sluit ik mijn bevestiging af en dat ik degene ben die de groep zal begeleiden. Nog geen uur erna krijg ik een reactie terug met de vraag of er ook scooter te huur is om het eiland te verkennen en deze beantwoord ik ook keurig. Samen met de chef bepalen we hoe we de lunchboxen zullen voorzien van lekkere gerechten en kunnen we de ingrediënten hiervoor bestellen.  

 

Als ik ’s avonds mijn laatste uitdraai maak en de computer bijna uit wil zetten, zie ik dat er een taxi voor het hotel stopt.  Was er een late-check in, die ik misschien gemist heb? Snel controleer ik de laatste lijst van Housekeeping, maar we zijn volledig bezet en iedereen is ingecheckt. En nog geen seconde later, ontvang ik een e-mailtje of er nog een kamer vrij is vanavond. lk kam mijn haar, check mijn mascara onder mijn oogwimpers en loop naar de receptie om de nieuwe gast te verwelkomen. En als ik opkijk vanuit de baliecomputer kan ik mijn ogen niet geloven als daar een grote bos krullen met een grote glimlach voor me staat. Het is Jorge! De jaren hebben hem nog mooier gemaakt dan hij al was, zijn donkere krullen en zijn stralende lach zijn er nog steeds. Onze blikken knallen tegen elkaar aan en als er sterretjes zouden vonken, dan zou de receptie in brand staan. Hij vertelt me dat hij het congres niet wilde starten, zonder de eerste avond in Corte door te brengen. Opgetogen vertel ik hem dat ik zo graag wil horen hoe het met hem gaat en dat ik geen kamer vrij heb, maar dat ik vast nog een witte wijn in de koelkast heb, maar dat ik nog steeds een fijne bank heb om op te slapen en waarom…en hoe... en dat dit het eiland van beloften is. Zijn vinger legt hij op mijn mond om me niet door te laten praten. Wat voelt dat goed hem te zien en te kunnen aanraken. “kom, we gaan naar mijn huis en jij slaapt in mijn huis vannacht, dan praten we eerst bij”. Het huis ligt op loopafstand van het hotel, maar voordat we op het pad zijn, staan we zoenend tegen de hotelmuur. In bed zie ik dat hij zijn tatoeage ook nog heeft.

 

‘s Morgens bestel ik een taxi voor hem zodat hij op tijd bij de start van het congres aanwezig is. Als hij me zacht zoent en “tot snel” zegt, weet ik dat ook ik die avond in Bastia zal doorbrengen. Bij de ochtendmeeting informeer ik de chef van mijn plotselinge afwezigheid en neem ik de laatste dingen nog door. Hij knipoogt en gebaart me snel te gaan. Het hotel kan best even zonder mij. Ik weet dat ik ook weer snel in Corte terug ben want de boeking voor de hike in de bergen is namelijk gemaakt door Jorge. Hoewel Jorge als spreker een belangrijke bijdrage levert aan het congres en hij druk is, schuift hij me ’s avonds bij de diners maar al te graag naar voren als zijn vriendin. De nachten beleven we gepassioneerd en vinden we het moeilijk om de dag apart van elkaar door te brengen. Samen reizen we na het congres zo snel mogelijk terug naar de bergen in Corte.

 

En zo gebeurt het dat we samen plannen maken om die week, na de berghike, zo veel mogelijk van elkaar te genieten. Met de gehuurde scooters rijden we door de bergen en stallen deze vaak bij de baai van Saint Florent. Het paradijselijke uitzicht en de groenheldere kleur van het water, maken zijn ogen nog sprekender. Zijn wimpers zijn nog even lang en indrukwekkend en donker. En als de zeewind zijn haar te warrig maakt, schuift hij het regelmatig achter zijn oor. Super aantrekkelijk. Die week met hem vliegt en we zijn voor het eerst een beetje stil als het moment van afscheid zich aankondigt. Onze tranen kunnen we niet bedwingen en met onze lippen aan elkaar vast geplakt, beloven we dat we elkaar met Kerst nog ontmoeten in Mexico City. Bij het familiediner kan ik eindelijk voorgesteld worden. Zijn moeder, maar ook zijn vader kijken enorm naar het samenzijn uit. Daarna gaat alles in een stroomversnelling en duurt het nog een half jaar voordat Jorge als arts in Parijs aan de slag gaat. Er gaat geen weekend voorbij of ik vlieg naar Parijs waar we tussen het drukke werkschema tijd voor elkaar maken.

 

Zomer 2020

Zo’n vijf jaar geleden heb ik mijn hotel pas verkocht aan een hotelketen. Dat is ook het moment geweest dat Jorge definitief bij me ingetrokken is op Corsica. Mijn huis had ik al laten uitbreiden met een zwembad, maar ik heb ook een extra praktijkruimte laten aanbouwen waarJorge  praktijk heeft.

Elke morgen zwemt Jorge een uur, voordat hij in zijn doktersjas richting de praktijkruimte loopt. Als hij zijn natte haren dan achter zijn oren wrijft, kan ik haast niet wachten tot het 11 uur is.  En al helemaal niet als hij onder zijn doktersjas een strak wit shirt heeft, dat ik van zijn lijf kan afscheuren. 

 

"Pas je goed op?  “Je schoenen zijn niet echt gemaakt om in de bergen te lopen hè!”, roept hij. "Waarom doe je die roze stappers toch aan? Of gaan we weer eens naar de club vanavond?"

 

 

Vandaag wordt het warm op het eiland en daarom ga ik al vroeg op pad om mijn dagelijkse ronde te maken. Ik pak mijn flessen water in en loop de stad uit.