Met beschermingsfactor 30 op mijn bol heb ik zojuist officieel 1ste Paasdag officieel welkom geheten, in de voortuin. Meneer Pastoor deed het vroeger met een kelk, een hostie en veel ingewikkelde woorden; ik deed het zojuist met een klein champagneglas witte wijn en een getoast sneetje batard mét geitenkaas. Ik word daar dus heel gelukkig van, temeer omdat ik het associcieer met een gevoel van luxe. Als ik zou willen, sta ik binnen de kortste keren op een stoel dat te verkondigen voor de stad en voor de wereld*. (Ja, mijn gezin wéét dat ik elke zondag wel wil lunchen met wijn). Eergisteren pakte ik het aandoenlijk kleine rugtasje van de kapstok en liep via het bos naar de kaasboer in Doorn. “Doe maar een rijp bakje Epoisse, een stukje Schlossberger en een geitenkaasje”. Voor degenen die gruwelen van kaas: de lopende Epoisse riekt nogal. Al zouden mijn naasten zeggen dat het ‘gadver vieze stinkkaas’ is. Maar goed, eenmaal thuis met de buit, hang ik dat blauwe zakje dan snel buiten. Want “niets zo erg als dat bij de paasproducten in de koelkast ligt", niet te verwarren met de kaasproducten. Pasen, het feest van het samen brood delen, zit er vandaag niet in. Mijn naasten zitten namelijk in de achtertuin, heel lief aan de paté. Vandaag geen kaaslucht....Ik bedoel Paaslucht. Morgen nog een kans.
*urbi et orbi
Reactie schrijven
JP (zondag, 12 april 2020 15:10)
Laten we hopen dat we snel weer met z’n allen kunnen lunchen, brunchen. Gewoon lekker gezellig samen eten voor iedereen.
Justus (maandag, 13 april 2020 13:24)
Dan haak ik aan Het!